ECLI:NL:CRVB:2017:983
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boete en afwijzing aanvraag bijstandsverlening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin de afwijzing van haar aanvraag voor bijstandsverlening en de opgelegde boete wegens schending van de inlichtingenverplichting aan de orde zijn. Appellante ontving sinds 2010 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), maar na een anonieme melding over haar verblijfplaats heeft de gemeente Leiden een fraudeonderzoek ingesteld. Dit leidde tot de intrekking van haar bijstand en de oplegging van een boete van € 7.840,54. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college heeft de boete verlaagd tot 25% van het benadelingsbedrag en de afwijzing van haar nieuwe aanvraag gehandhaafd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 7 maart 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep, waarbij de Raad oordeelt dat appellante de inlichtingenverplichting heeft geschonden en dat het college terecht een boete heeft opgelegd. De Raad heeft de hoogte van de boete verlaagd tot € 583,62 en het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante. De uitspraak van de rechtbank is gedeeltelijk vernietigd, en de Raad heeft de beslissing van het college in zoverre herzien.