Uitspraak
16.4773 ZW
OVERWEGINGEN
.Oosterhoff heeft appellant in zijn neurologisch rapport, waarvan appellant in hoger beroep de definitieve versie van 30 december 2015 heeft overgelegd, beperkt geacht op nek- en rug belastende activiteiten die bovendien langdurig en chronisch van aard zijn. Er is geen aanleiding de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet te volgen in zijn oordeel dat het rapport van Oosterhoff geen aanleiding geeft de FML voor onjuist te houden omdat de door Oosterhoff aanwezig geachte beperkingen in essentie overeenkomen met de beperkingen die in de FML van 5 december 2014 zijn opgenomen. De verzekeringsartsen hebben tevens rekening gehouden met de hoofdpijn- en stressklachten van appellant. Appellant heeft geen nadere medische onderbouwing ingebracht voor de stelling dat hij wegens deze klachten op de datum in geding meer of anders beperkt is dan door het Uwv is aangenomen. De rechtbank heeft de medische grondslag van het bestreden besluit dan ook terecht onderschreven.