ECLI:NL:CRVB:2018:2389
Centrale Raad van Beroep
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van persoonsgebonden budget (pgb) in het kader van AWBZ-zorg en de bewijslevering door appellante
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van het persoonsgebonden budget (pgb) van appellante door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. voor de jaren 2013 en 2014. Het Zorgkantoor heeft bij besluiten van 22 oktober 2015 en 2 augustus 2017 het pgb lager vastgesteld dan eerder was bepaald, omdat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat er AWBZ-zorg is geleverd door Stichting Zorgloket Dag & Nacht (SZD&N). De rechtbank Midden-Nederland heeft de beroepen tegen deze besluiten ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep is gegaan bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraken van de rechtbank. De Raad oordeelt dat er geen schending van de hoorplicht heeft plaatsgevonden en dat appellante niet heeft aangetoond dat de zorg door SZD&N in de jaren 2013 en 2014 daadwerkelijk AWBZ-zorg was. Het Zorgkantoor heeft appellante herhaaldelijk om toelichting gevraagd, maar de overgelegde zorgplannen zijn pas achteraf ingediend en bieden onvoldoende inzicht in de geleverde zorg. De Raad concludeert dat de lagere vaststelling van het pgb door het Zorgkantoor niet onredelijk is, aangezien appellante niet heeft aangetoond dat het pgb volledig is besteed aan AWBZ-zorg.
De uitspraak is gedaan in het openbaar en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De griffier en de voorzitter hebben de uitspraak ondertekend.