ECLI:NL:CRVB:2018:2409
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand wegens onvoldoende inzicht in financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellanten, die bijstand hadden aangevraagd, hebben onvoldoende inzicht gegeven in hun financiële situatie, wat leidde tot de afwijzing van hun aanvraag. De aanvraag om bijstand werd ingediend op 16 september 2015, maar de appellanten hebben niet alle gevraagde gegevens verstrekt over hun financiële situatie voorafgaand aan de aanvraag. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld en later afgewezen, omdat er te veel onduidelijkheden waren over hun financiële omstandigheden.
De rechtbank heeft het beroep van de appellanten tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep hebben de appellanten aangevoerd dat zij voldoende inzicht hebben verschaft in hun financiële situatie. De Raad heeft echter geoordeeld dat de appellanten niet aan hun verplichtingen hebben voldaan om de benodigde informatie te verstrekken. De Raad heeft vastgesteld dat de appellanten in de periode van 14 augustus 2015 tot 7 juni 2016 in staat waren om hun huur en levensonderhoud te betalen, maar niet hebben aangetoond hoe zij dat deden.
De Raad heeft geconcludeerd dat de appellanten niet voldoende bewijs hebben geleverd van hun inkomsten en financiële ondersteuning van hun kinderen. De verwijzing naar een eerdere uitspraak kon hen niet baten, omdat in die zaak de financiële situatie duidelijker was. Het hoger beroep is afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Ook het verzoek om schadevergoeding is afgewezen, omdat er geen grond voor was. De uitspraak is gedaan door F. Hoogendijk, in tegenwoordigheid van griffier F. Dinleyici.