ECLI:NL:CRVB:2018:2824
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van psychische klachten en deskundigenrapport
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellante, die als logistiek medewerker werkte, had zich ziek gemeld vanwege psychische klachten en verzocht om een WIA-uitkering. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vastgesteld dat appellante per 1 september 2015 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, en haar aanvraag voor een WIA-uitkering afgewezen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt dat zij meer beperkingen had dan door het Uwv was aangenomen. De Raad heeft psychiater J.J.D. Tilanus als deskundige benoemd, die concludeerde dat appellante lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis, maar dat de verzekeringsarts in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) voldoende rekening had gehouden met haar beperkingen. De Raad oordeelde dat de deskundige een zorgvuldig onderzoek had verricht en dat de FML de beperkingen van appellante juist vastlegde. De Raad volgde de deskundige in zijn oordeel en concludeerde dat het Uwv de schatting van de arbeidsmogelijkheden op een juiste manier had uitgevoerd.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde. De Raad wees erop dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.