Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, die zich op 28 november 2011 ziek meldde met hartklachten. Appellante had op 19 augustus 2013 een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd, maar het Uwv concludeerde op basis van medisch onderzoek dat zij op 25 november 2013 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Het Uwv baseerde zijn besluit op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Appellante ging in bezwaar, maar het Uwv verklaarde dit ongegrond. De rechtbank Limburg bevestigde het besluit van het Uwv, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank de beroepsgronden van appellante volledig en voldoende had gemotiveerd besproken. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de vastgestelde belastbaarheid van appellante. Appellante herhaalde in hoger beroep haar eerdere argumenten, maar de Raad vond geen nieuwe feiten of omstandigheden die tot een ander oordeel zouden leiden. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak, waarbij het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A.I. van der Kris als voorzitter.