ECLI:NL:CRVB:2018:3218
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- F.M.S. Requisizione
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verjaring van ZW-uitkering en toekenning IVA-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraken van de rechtbank Limburg, waarin de rechtbank de aanvragen van appellante om een ZW-uitkering en een IVA-uitkering heeft afgewezen. Appellante, die eerder een WW-uitkering ontving, heeft op 6 augustus 2015 een aanvraag ingediend voor een ZW-uitkering met terugwerkende kracht naar 2 oktober 2008. Het Uwv heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat deze was verjaard volgens artikel 3:313 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft deze beslissing bevestigd, waarbij zij oordeelde dat appellante niet eerder dan op 6 augustus 2015 een aanvraag had ingediend en dat financiële aanspraken jegens de overheid na vijf jaar niet meer afdwingbaar zijn. De Raad voor de Rechtspraak heeft in hoger beroep de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd, waarbij het Uwv terecht heeft gesteld dat de aanvraag om ziekengeld is afgewezen op basis van verjaring. De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die zouden rechtvaardigen dat de verjaring niet van toepassing zou zijn. De Raad heeft de aangevallen uitspraken bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.