ECLI:NL:CRVB:2018:3464
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- J.J.A. Kooijman
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar en terugvordering bijstandsuitkering
Op 6 november 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een appellant die sinds 11 augustus 2014 bijstand ontving op basis van de Participatiewet. Na een melding dat de appellant vermoedelijk niet op het uitkeringsadres woonde, heeft de gemeente Haarlemmermeer een onderzoek ingesteld. Dit leidde tot de intrekking van de bijstand per 27 december 2014 en een terugvordering van € 7.745,84. De appellant maakte bezwaar tegen deze besluiten, maar het college verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk en ongegrond.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat het college aannemelijk had gemaakt dat het besluit naar het juiste adres was verzonden en dat de appellant zijn adreswijziging niet tijdig had doorgegeven. In hoger beroep herhaalde de appellant zijn eerdere gronden, maar de Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld en dat de gronden van de appellant niet voldoende onderbouwd waren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.