ECLI:NL:CRVB:2018:3522
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om wraking na uitspraak in hoger beroep bestuursrecht
In deze zaak heeft verzoeker, na de uitspraak van de Raad op 30 oktober 2018, verzocht om wraking van de behandelend rechter, O.L.H.W.I. Korte. Het verzoek om wraking werd niet in behandeling genomen, omdat het verzoek is ingediend na de uitspraak. De Centrale Raad van Beroep heeft op 8 november 2018 uitspraak gedaan in deze procedure. De gemachtigde van verzoeker had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg van 1 maart 2016, waarin het college van burgemeester en wethouders van Heerlen betrokken was. De Raad had op 3 juli 2017 een eerder wrakingsverzoek afgewezen. De behandeling van het hoger beroep was gepland voor 30 oktober 2018, maar de gemachtigde verzocht om uitstel vanwege medische klachten. Dit verzoek werd afgewezen, en de behandelend rechter deed op 30 oktober 2018 mondeling uitspraak. Na deze uitspraak heeft verzoeker om wraking verzocht, maar de wet staat geen wraking toe na een uitspraak. De Centrale Raad van Beroep heeft daarom besloten het verzoek niet in behandeling te nemen, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van het wrakingsverzoek plaatsvond.