ECLI:NL:CRVB:2018:393
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Greebe
- D. Hardonk-Prins
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAZ-uitkering en arbeidsongeschiktheidsevaluatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg met betrekking tot de toekenning van een WAZ-uitkering aan appellant, die stelt dat hij vanaf september 1995 volledig arbeidsongeschikt was door psychische klachten. De Centrale Raad van Beroep heeft op 9 februari 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de rechtbank eerder het bestreden besluit van het Uwv had vernietigd en het Uwv had opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd en dat er onvoldoende bewijs is dat appellant vanaf september 1995 niet belastbaar was voor werkzaamheden. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep tegen het nieuwe besluit van het Uwv ongegrond. Tevens wordt het verzoek om schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente afgewezen. De Raad benadrukt dat de gevolgen van een laattijdige aanvraag voor risico van de appellant komen.