ECLI:NL:CRVB:2018:3978
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking WGA-loonaanvullingsuitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die sinds 2007 arbeidsongeschikt is, had een WGA-loonaanvullingsuitkering ontvangen, maar deze werd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ingetrokken. De Raad beoordeelde of het Uwv zorgvuldig had gehandeld bij de intrekking van de uitkering en of er sprake was van een schending van het beginsel van 'equality of arms'. De Raad concludeerde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen. Appellante had onvoldoende nieuwe medische informatie overgelegd die haar standpunt kon onderbouwen. De Raad oordeelde dat er geen sprake was van wapenongelijkheid en dat de geselecteerde functies geschikt waren voor appellante. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.