ECLI:NL:CRVB:2018:3994

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
13 december 2018
Publicatiedatum
13 december 2018
Zaaknummer
16/5799 ZW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake sociale zekerheidswetgeving

Op 13 december 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep onder zaaknummer 16/5799 ZW-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 25 juli 2018, waarin een kennelijke fout is vastgesteld. De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie, maar er is geen reactie ontvangen binnen de gestelde termijn van vier weken. Hierdoor ging de Raad ervan uit dat er geen bezwaren waren tegen de rectificatie.

In de oorspronkelijke uitspraak van 25 juli 2018 was een fout opgetreden in overweging 4.2, waar vermeld stond dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) geen groot aantal beperkingen ten aanzien van het gebruik van rug en schouders bevatte. Dit is gecorrigeerd naar de juiste formulering, die stelt dat de FML wél een groot aantal beperkingen ten aanzien van het gebruik van rug en schouders bevat. De gecorrigeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

De beslissing tot rectificatie is openbaar uitgesproken door rechter E. Dijt, met R.L. Rijnen als griffier. De uitspraak benadrukt het belang van nauwkeurigheid in juridische documenten en de mogelijkheid voor partijen om te reageren op voorgenomen rectificaties.

Uitspraak

16.5799 ZW-R

Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 25 juli 2018, 16/1734 WW
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 13 december 2018
PROCESVERLOOP
De Raad heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 25 juli 2018 een kennelijke fout bevat.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Dit is bij brief van 28 augustus 2018 aan partijen meegedeeld.
Partijen hebben niet gereageerd binnen de in de brief van 28 augustus 2018 gestelde termijn van vier weken, in verband waarmee de Raad, naar in die brief is vermeld, ervan uitgaat dat bij partijen geen bezwaren bestaan tegen de voorgenomen rectificatie.

OVERWEGINGEN

De Raad heeft vastgesteld dat in zijn uitspraak van 25 juli 2018 de volgende fout staat vermeld.
In de overweging 4.2, 4e volzin staat “De FML bevat geen groot aantal beperkingen ten aanzien van het gebruik van rug en schouders en een beperking ten aanzien van het gebruik van de handen.”
Overweging 4.2, 4e volzin dient te zijn “De FML bevat een groot aantal beperkingen ten aanzien van het gebruik van rug en schouders en een beperking ten aanzien van het gebruik van de handen.”
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 25 juli 2018 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door E. Dijt, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 december 2018.
(getekend) E. Dijt
(getekend) R.L. Rijnen
sg