Uitspraak
17.4358 PW
OVERWEGINGEN
[appellant]?
Ik heb daar maar 5 x in totaal mee geholpen. Ik heb daar stage gelopen. Overdag werkt
[M] voor [ [X] ] en ’s avonds deden wij verhuizingen.
door u of [M]?
gebeurde in een [merk auto] .”
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die samen met zijn echtgenote bijstand ontving op grond van de Participatiewet, werd beschuldigd van het niet melden van werkzaamheden als koerier. De gemeente Den Haag had op basis van een anonieme melding een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Dit leidde tot de conclusie dat de appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door niet te melden dat hij in de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 op geld waardeerbare werkzaamheden had verricht.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van de gemeente ongegrond verklaard, en in hoger beroep heeft de Raad de zaak opnieuw beoordeeld. De Raad oordeelde dat de gemeente bevoegd was om een onderzoek in te stellen op basis van de anonieme melding en dat de appellant voldoende in staat was om de Nederlandse taal te begrijpen tijdens het gesprek met de gemeente. De Raad concludeerde dat de appellant niet had voldaan aan zijn verplichtingen om informatie te verstrekken, wat leidde tot de intrekking van zijn bijstandsverlening en de terugvordering van de gemaakte kosten.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de appellant niet had aangetoond dat hij recht had op bijstand, zelfs als hij aan zijn verplichtingen had voldaan. De beslissing van de Centrale Raad van Beroep houdt in dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten rechtmatig waren.