Uitspraak
16.6434 WIA
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 oktober 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland. Appellant, die zich ziek had gemeld na een periode van werkloosheid, had een aanvraag ingediend voor een WGA-uitkering op grond van de Wet WIA. Het Uwv had vastgesteld dat appellant met ingang van 1 mei 2015 recht had op een loongerelateerde WGA-uitkering, met een mate van arbeidsongeschiktheid van 40,54%. Appellant was het niet eens met deze beslissing en stelde dat zijn beperkingen waren onderschat. Hij voerde aan dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn psychische en fysieke klachten en dat hij niet in staat was om de geselecteerde functies uit te oefenen.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen zorgvuldig was uitgevoerd en dat de medische belastbaarheid van appellant op overtuigende wijze was gemotiveerd. In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunten, maar de Raad oordeelde dat de informatie van de huisarts en de verzekeringsarts geen nieuwe feiten of gezichtspunten opleverde die de eerdere beoordeling konden ondermijnen. De Raad bevestigde de conclusie van de arbeidsdeskundige dat de geselecteerde functies medisch geschikt waren voor appellant, ondanks zijn klachten.
De Raad oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de vastgestelde beperkingen en dat de signaleringen van mogelijke overschrijding van de belastbaarheid door de arbeidsdeskundigen voldoende waren gemotiveerd. Het verzoek van appellant om een onafhankelijke medisch deskundige te benoemen werd afgewezen, evenals zijn verzoek om schadevergoeding. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van appellant werd ongegrond verklaard.