ECLI:NL:CRVB:2018:66
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Toepassing kostendelersnorm en beëindiging compensatie in verband met niet verkrijgen alo-kop
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 december 2016, waarin het beroep van appellante tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam ongegrond werd verklaard. Appellante ontvangt bijstand op grond van de Participatiewet (PW) en woont met haar twee minderjarige kinderen bij haar moeder. Het college heeft de kostendelersnorm toegepast, wat heeft geleid tot een verlaging van de bijstandsverlening. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college, waarin haar werd meegedeeld dat zij geen recht had op aanvullende bijstand ter compensatie van het niet verhogen van het kindgebonden budget in de vorm van een alo-kop. De Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep geoordeeld dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in een problematische financiële situatie verkeert die om afstemming van de bijstand vraagt. De Raad heeft vastgesteld dat appellante door de inwoning bij haar moeder bepaalde kosten kan delen en dat haar moeder als toeslagpartner kan bijdragen aan de kosten. De beroepsgrond dat de weigering om de bijstand te verhogen een inbreuk op het recht op gezinsleven zou zijn, werd eveneens verworpen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.