ECLI:NL:CRVB:2019:1239
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening en schadevergoeding in het kader van de Wet WIA
Op 8 april 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van verzoeker tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) en de Vereniging FOCWA Schadeherstel. Verzoeker had een verzoek ingediend tot herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 22 juni 2016, waarin zijn beroep tegen een besluit van het Uwv werd afgewezen. Verzoeker stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden, waaronder een rapport van een arbeidsdeskundige en een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG).
De Raad oordeelde echter dat de aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldeden aan de cumulatieve voorwaarden voor herziening zoals gesteld in artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad concludeerde dat de nieuwe stukken niet tot een andere uitspraak zouden hebben geleid en dat verzoeker de aangevoerde feiten ook eerder had kunnen inbrengen.
Daarnaast werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat dit verzoek niet van toepassing was op het rechtsmiddel van herziening. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door M. Greebe, in tegenwoordigheid van griffier L. Boersma, en is openbaar uitgesproken op 8 april 2019.