ECLI:NL:CRVB:2019:1426
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake beëindiging bijstandsverlening en woonplaatsbepaling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de beëindiging van de bijstandsverlening aan appellant door het college van burgemeester en wethouders van Bunschoten werd bevestigd. Appellant ontving bijstand op grond van de Participatiewet (PW) en was ingeschreven op een uitkeringsadres in Bunschoten. Het college had op basis van een anonieme melding en daaropvolgend onderzoek door een sociaal rechercheur geconcludeerd dat appellant niet in Bunschoten woonde, maar in [woonplaats 3]. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de verklaring van appellant, afgelegd tijdens een gesprek met de sociaal rechercheur, niet in vrijheid is gedaan en dat de voorbereiding van het besluit door het college niet zorgvuldig is geweest. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en het bestreden besluit van het college, en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen op de bezwaren van appellant. Tevens wordt het college veroordeeld in de kosten van appellant, die in totaal € 2.048,- bedragen. De uitspraak is gedaan op 7 mei 2019.