ECLI:NL:CRVB:2019:1453
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- M. Hillen
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstand wegens niet gemelde verkoopactiviteiten via Marktplaats
In deze zaak gaat het om de terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellante, die sinds 2003 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en later de Participatiewet (PW). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak is ontstaan na een anonieme tip in 2007 over de verkoop van spullen door appellante via Marktplaats. Na een huisbezoek en een internetonderzoek bleek dat appellante in de periode van 2005 tot 2015 een aanzienlijk aantal advertenties had geplaatst, wat leidde tot de conclusie dat zij inkomsten had gegenereerd uit deze activiteiten. Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft daarop besloten de bijstand van appellante te beëindigen en terug te vorderen over verschillende perioden, omdat zij haar inlichtingenverplichting had geschonden door deze inkomsten niet te melden.
De Raad oordeelt dat appellante niet kan stellen dat het college al in 2007 op de hoogte was van haar activiteiten, omdat het toen onduidelijk was of er sprake was van meer dan incidentele verkoop van privégoederen. De Raad bevestigt dat de verjaringstermijn voor terugvordering pas begint te lopen op het moment dat het college voldoende op de hoogte is van de feiten die een terugvordering rechtvaardigen. In dit geval was dat pas in 2015 het geval, toen het college de gegevens van Marktplaats had onderzocht. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.