In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstandsuitkeringen aan appellant en zijn echtgenote, die sinds 15 april 2011 een inkomensvoorziening ontvingen op grond van de Wet investeren in jongeren (WIJ). Het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen heeft na een onderzoek door de Sociale Recherche Twente vastgesteld dat appellant en zijn echtgenote meerdere kentekens op naam hebben geregistreerd en vermoedelijk betrokken zijn geweest bij autohandel. Dit leidde tot de conclusie dat zij hun wettelijke inlichtingenverplichting hebben geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad voor de Rechtspraak heeft de uitspraak van de rechtbank Overijssel vernietigd, omdat het college ten onrechte de bijstand heeft ingetrokken over bepaalde maanden waarin geen transacties hebben plaatsgevonden. De Raad heeft bepaald dat het college een nieuwe beslissing moet nemen over de terugvordering van de bijstandsuitkeringen, rekening houdend met de verschillen in de toekenning van de WIJ en de WWB. Tevens is het college veroordeeld in de kosten van appellant, die zijn gemaakt voor rechtsbijstand in deze procedure.