Uitspraak
16.7549 WIA
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om een veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellant, die als magazijnmedewerker werkte, was uitgevallen door nek- en armklachten, later verergerd door psychische klachten. Hij was in 2014 in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering, maar het Uwv beëindigde deze uitkering in 2015 en stelde appellant in aanmerking voor een WGA-vervolguitkering. Appellant was het niet eens met de vastgestelde belastbaarheid en de beëindiging van zijn uitkering, en stelde dat er sprake was van een oneerlijk proces en dat zijn beperkingen waren onderschat.
De Raad oordeelde dat het onderzoek door de verzekeringsartsen van het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd. De verzekeringsarts had dossieronderzoek verricht en appellant zowel psychisch als lichamelijk onderzocht. De Raad concludeerde dat er geen nieuwe medische feiten waren die de vastgestelde belastbaarheid konden onderbouwen. Appellant had niet aannemelijk gemaakt dat hij belemmeringen had ondervonden bij de onderbouwing van zijn standpunt. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, evenals het verzoek om een deskundige te benoemen.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig onderzoek door verzekeringsartsen en de noodzaak voor appellanten om nieuwe, relevante medische informatie aan te leveren als zij de vastgestelde belastbaarheid willen aanvechten. De Raad concludeerde dat de geselecteerde functies passend waren voor appellant, en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het onderzoek.