1.3.Bij brieven van 27 september 2011, 3 oktober 2011 en 10 oktober 2011 heeft appellant de volgende vorderingen, samengevat weergegeven, bij het college ingediend uit hoofde van de vso en de uitvoeringsbrief:
- vordering 1: een aanvulling op appellants ouderdomspensioen (pre-vutregeling);
- vordering 2: betaling van ouderdomspensioenpremie tijdens de FPU-periode;
- vordering 3: aanvulling tot 90% van appellants bruto salaris, geïndexeerd, inclusief alle elementen waaruit zijn bezoldiging bestond; het gaat om de eindejaarsuitkering over de periode van 1 april 2006 tot 1 februari 2010 en om een bedrag van € 9.362,- aan 51 extra uren over de periode van drie jaar en negen maanden;
- vordering 4: betaling van ouderdomspensioenpremie over de onder vordering 3 vermelde vergoedingen;
- vordering 5: een telefoonkostenvergoeding van 45 maanden à fl. 50,-;
- vordering 6: compensatie spaarregeling tijdens FPU: p.m.;
- vordering 7: een vergoeding van € 500,- per jaar, derhalve over 45 maanden een bedrag van € 1.875,-, in verband met het ontvangen van kerstgeschenken, uitnodigingen voor recepties en de bekostiging van het lidmaatschap en de activiteiten van de vereniging van directeuren waterschappen en het abonnementsgeld voor de tijdschriften Het Waterschap en H2O;
- vordering 8: verdere consequenties uit de overeenkomst van 23 maart 2001 en de brief
van 6 april 2001;
- vordering 9: vergoeding van de wettelijke rente en fiscaal nadeel over de voorgaande vorderingen;
- vordering 10: vergoeding van kosten van juridische bijstand.