Uitspraak
17 3059 PW, 17/6582 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
.Gelet hierop valt niet in te zien dat het college niet een onderzoek mocht instellen naar de feitelijke woon- en leefsituatie van appellant.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag. De appellant ontving bijstand op basis van de Participatiewet (PW) en stond ingeschreven op een uitkeringsadres. Na een anonieme melding dat hij niet op dit adres woonde, heeft de sociale recherche van de gemeente Delft een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek omvatte dossieronderzoek, waarnemingen en een huisbezoek. De bevindingen leidden tot de intrekking van de bijstand en de terugvordering van gemaakte kosten. De appellant voerde aan dat de onderzoeksresultaten onrechtmatig waren verkregen en dat er geen redelijke grond was voor het huisbezoek. De Raad oordeelde dat de waarnemingen niet stelselmatig waren en dat de privacy van de appellant niet onterecht was geschonden. De Raad bevestigde dat het college bevoegd was om het onderzoek in te stellen en dat de intrekking van de bijstand en de boete terecht waren opgelegd. De Raad concludeerde dat de appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden, wat leidde tot de bevestiging van de eerdere uitspraken van de rechtbank.