ECLI:NL:CRVB:2019:3810
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
WIA-beoordeling en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de WIA-beoordeling van appellant, die in de periode van 26 september 2008 tot en met 26 september 2010 veel klachten had van de ziekte van Graves. De Raad oordeelde dat er geen aanknopingspunten zijn om de conclusie van de geraadpleegde deskundige te weerleggen, die stelde dat appellant gedurende deze periode veel klachten had en dat er sprake was van een continuüm. Hierdoor is de wachttijd voor de WIA vervuld, wat betekent dat het Uwv een WIA-beoordeling moet uitvoeren. De Raad heeft ook vastgesteld dat de redelijke termijn in de rechterlijke fase met meer dan vijf jaar is overschreden, wat aanleiding gaf tot schadevergoeding. De Raad heeft het Uwv opgedragen om binnen twee maanden een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen en heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van € 5.000,- aan appellant voor immateriële schade. Daarnaast zijn de proceskosten van appellant vergoed, in totaal € 2.680,59, en de kosten van de Staat tot € 256,-. De uitspraak is gedaan op 2 december 2019.