ECLI:NL:CRVB:2019:4111
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- P.W. van Straalen
- A. Stehouwer
- M. van Paridon
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand na opschorting wegens niet ingeleverde bankafschriften
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand aan appellant, die sinds 24 augustus 2009 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW). Het Inlichtingenbureau van de gemeente Apeldoorn ontving eind 2016 een signaal van de RDW dat appellant een caravan op naam had staan. Dit leidde tot een onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand. Appellant werd uitgenodigd voor een gesprek op 29 november 2016, maar verscheen niet en leverde ook geen bankafschriften in die waren opgevraagd. Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn schorste daarop de bijstand per 29 november 2016 en trok deze later in, omdat appellant niet aan de informatieverplichting voldeed.
De rechtbank Gelderland verklaarde het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond. In hoger beroep stelde appellant dat de termijn voor het inleveren van de bankafschriften onredelijk kort was en dat hij geen gebruik had kunnen maken van de mogelijkheid om de afschriften kosteloos te printen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de termijn niet onredelijk kort was en dat appellant zelf verantwoordelijk was voor het niet inleveren van de gevraagde gegevens. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de intrekking van de bijstand rechtmatig was.