ECLI:NL:CRVB:2019:837
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor kosten medisch haalbaarheidsonderzoek in letselschadezaken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, die algemene bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW), had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een medisch haalbaarheidsonderzoek (MHO) in het kader van een civiele aansprakelijkheidsprocedure tegen een ziekenhuis. Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven had deze aanvraag afgewezen, stellende dat de subsidie voor MHO's een voorliggende voorziening is en dat de kosten niet als noodzakelijke kosten van bestaan kunnen worden aangemerkt.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat de Regeling voor de subsidiëring van MHO's niet toereikend is, omdat de kosten van het onderzoek hoger zijn dan de geboden subsidie van € 200,-. De Raad heeft echter geoordeeld dat de Regeling inderdaad een voorliggende voorziening is en dat de appellant geen recht heeft op bijzondere bijstand, ook niet voor de kosten die boven de subsidie uitkomen.
Daarnaast heeft de appellant een beroep gedaan op het beginsel van wapengelijkheid, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), maar de Raad heeft geoordeeld dat er geen sprake is van wapenongelijkheid in deze procedure. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, met de verbetering van gronden, en heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.