ECLI:NL:CRVB:2020:1243
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet gemeld onroerend goed in Turkije
In deze zaak gaat het om hoger beroep tegen uitspraken van de rechtbank Limburg met betrekking tot de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die sinds 16 februari 1998 bijstand ontvingen op basis van de Participatiewet. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellanten onroerend goed in Turkije bezitten, wat zij niet hebben gemeld bij het college van burgemeester en wethouders van Venlo. Dit leidde tot een themacontrole door de gemeente, waarbij de rechtmatigheid van de bijstandsverlening aan appellanten werd onderzocht. De Raad heeft geoordeeld dat het college bevoegd was om onderzoek te doen naar de juistheid van de verstrekte gegevens en dat de onderzoeksbevindingen niet onrechtmatig zijn verkregen. De Raad heeft ook geoordeeld dat de themacontrole niet in strijd is met het verbod op discriminatie, aangezien het onderzoek een algemeen karakter heeft en niet specifiek gericht is op appellanten. De Raad bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelt dat de beroepsgronden van appellanten niet slagen. De uitspraak is gedaan op 9 juni 2020.