ECLI:NL:CRVB:2020:2057
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.N.A. Bootsma
- S. Azaouagh
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening door niet verschijnen op gesprekken
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die zijn beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet ongegrond had verklaard. Appellant had zich op 1 november 2017 gemeld om bijstand aan te vragen, maar zijn aanvraag werd afgewezen omdat hij niet verschenen was op twee uitnodigingen voor gesprekken met het college van burgemeester en wethouders van Almelo. Het college had een nader onderzoek ingesteld naar de woon- en leefsituatie van appellant, omdat het opgegeven adres als risicoadres bekend stond. Ondanks meerdere pogingen om appellant te bereiken, waaronder een uitnodiging per aangetekende brief, is hij niet verschenen op de gesprekken. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de terugvordering van de voorschotten van € 1.250,- terecht was. De Raad benadrukte dat het aan de aanvrager is om de nodige duidelijkheid te verschaffen en dat het bijstandverlenend orgaan de verstrekte informatie moet controleren. De uitspraak werd gedaan op 1 september 2020.