Uitspraak
17.6321 WW, 17/6322 WW
OVERWEGINGEN
Voorts hebben meerdere barmedewerkers ten overstaan van medewerkers van het FIOD en het Uwv verklaard dat zij appellante niet kennen, dan wel haar kennen als de partner van [naam] , en haar niet hebben zien werken. Zij hebben ook verklaard dat zij het café ’s avonds na sluitingstijd altijd zelf schoonmaakten, hoeveel tijd dat hen kostte en wat ze dan moesten schoonmaken. Ook één van de bedrijfsleiders heeft appellante nog nooit gezien en weet alleen dat zij de partner van [naam] is. Hij heeft verklaard dat de schoonmaakwerkzaamheden bestonden uit het schoonmaken van de vloer, wc’s, de bar en het koelwerk. In principe gingen zij niet eerder naar huis dan dat alles schoon was gemaakt. Soms waren er nog wel eens dingen die de volgende dag een keer beter schoongemaakt moesten worden. Dit gebeurde dan door het personeel voorafgaande aan hun nieuwe diensttijd. De enkele stelling van appellante dat deze werknemers ’s avonds en ’s nachts werkten en appellante dus niet gezien kunnen hebben, omdat zij overdag werkte, doet niet af aan hun verklaringen over het schoonmaakwerk. Bovendien heeft de bedrijfsleider verklaard dat hij vaak overdag tussen 12.00 en 16.00 uur in de cafés was en daar geen schoonmakers gezien heeft. De door appellante overgelegde getuigenverklaring van, volgens appellante, de klusjesman, is te algemeen en te summier. Hij vermeldt bijvoorbeeld niet concreet welke werkzaamheden appellante heeft verricht. Ook over omvang van zijn werkzaamheden wordt niets vermeld. Nadere informatie over hem en zijn werkzaamheden zit ook niet elders in het dossier. Deze verklaring doet dan ook niet af aan de hiervoor vermelde gedetailleerde getuigenverklaringen van andere medewerkers.