ECLI:NL:CRVB:2020:400

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 februari 2020
Publicatiedatum
21 februari 2020
Zaaknummer
17/6083 ZW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak inzake proceskostenvergoeding in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep met registratienummer 17/6083 ZW-R. De uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 12 december 2019, waarin ten onrechte geen vergoeding voor de door appellant ingeschakelde medisch adviseur, W.E.L. de Boer, was opgenomen. De Raad heeft partijen op 14 januari 2020 geïnformeerd over het voornemen tot rectificatie en hen de gelegenheid gegeven om hierop te reageren. Aangezien er geen reacties zijn ontvangen, ging de Raad ervan uit dat er geen bezwaar was tegen de voorgenomen rectificatie.

De Raad heeft de rechtsoverwegingen en de beslissing van de eerdere uitspraak gecorrigeerd. De proceskosten van appellant voor verleende rechtsbijstand zijn begroot op € 2.048,-, en de kosten van de deskundige W.E.L. de Boer op € 780,45. De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak vernietigd, het beroep tegen het besluit van 4 juli 2016 gegrond verklaard en het Uwv opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Tevens is het verzoek om schadevergoeding afgewezen en is het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant tot een totaalbedrag van € 2.828,45, evenals het griffierecht van € 170,-.

Deze rectificatie is gedaan door de voorzitter B.J. van de Griend en de leden T. Dompeling en M.A. Schneider, in aanwezigheid van griffier R.L. Rijnen. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 20 februari 2020.

Uitspraak

17/6083 ZW-R
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 12 december 2019,
17/6083 ZW
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 20 februari 2020
PROCESVERLOOP
De Raad heeft, na hier door mr. F.B. van Batenburg, de gemachtigde van appellant, op te zijn gewezen vastgesteld dat zijn uitspraak van 12 december 2019 met het registratienummer 17/6083 ZW bij het vaststellen van de proceskosten ten onrechte geen vergoeding van de door appellant ingeschakelde medisch adviseur, W.E.L. de Boer, is opgenomen.
De Raad heeft partijen bij brief van 14 januari 2020 meegedeeld voornemens te zijn de uitspraak te verbeteren.
In de genoemde brief is aan partijen meegedeeld dat zij binnen vier weken schriftelijk kunnen reageren op het voornemen van de Raad tot rectificatie van de uitspraak.
Partijen hebben niet gereageerd binnen de in de brief van 14 januari 2020 gestelde termijn van vier weken, in verband waarmee de Raad ervan uitgaat dat bij partijen geen bezwaar bestaat tegen de voorgenomen rectificatie

OVERWEGINGEN

De Raad rectificeert rechtsoverweging 7 en de beslissing van de uitspraak van 12 december 2019, 17/6083 ZW, als volgt.
7. Er is aanleiding om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellant voor verleende rechtsbijstand. Deze kosten worden in beroep begroot op € 1.024,- en in hoger beroep begroot op eveneens € 1.024,-, in totaal € 2.048,-. Tevens komen de kosten van deskundige W.E.L. de Boer van € 780,45 voor vergoeding in aanmerking.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
  • vernietigt de aangevallen uitspraak;
  • verklaart het beroep tegen het besluit van 4 juli 2016 gegrond en vernietigt dat besluit;
  • draagt het Uwv op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak en bepaalt dat tegen dit besluit slechts bij de Raad beroep kan worden ingesteld;
  • wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af;
  • veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 2.828,45;
  • bepaalt dat het Uwv het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van € 170,- vergoedt.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 12 december 2019 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend als voorzitter en T. Dompeling en
M.A. Schneider, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 februari 2020.
(getekend) B.J. van de Griend.
(getekend) R.L. Rijnen.
IvR