Uitspraak
19 4647 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
ING Bank. Van die rekening heeft appellante bij de aanvraag afschriften overgelegd.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van de AIO-aanvulling van appellante door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellante ontving vanaf 5 juni 2014 AIO-aanvulling, maar heeft bij haar aanvraag slechts één bankrekening bij de ING Bank opgegeven. De Svb ontdekte echter dat appellante in 2015 een aanzienlijk bedrag op haar rekening had staan en dat zij meerdere bankrekeningen had die niet bij de Svb bekend waren. Na een verzoek om informatie van de Svb, heeft appellante verklaard dat zij geen andere rekeningen meer had en dat haar spaargeld was opgegaan aan haar verhuizing van België naar Nederland. De Svb heeft uiteindelijk besloten de AIO-aanvulling met terugwerkende kracht in te trekken en een bedrag van € 13.273,88 terug te vorderen. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Svb heeft haar bezwaren ongegrond verklaard. De rechtbank Midden-Nederland heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging. In hoger beroep heeft appellante zich beroepen op het vertrouwensbeginsel, stellende dat de Svb haar eerder had meegedeeld dat de verstrekte informatie geen gevolgen had voor haar AIO-aanvulling. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat er geen sprake is van een toezegging van de Svb die het beroep op het vertrouwensbeginsel kan onderbouwen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.