Uitspraak
20.1974 BABW
OVERWEGINGEN
10 augustus 2018 tijdens het spreekuur van de medisch adviseur is onderzocht en dat anamnese en gericht lichamelijk onderzoek, waaronder observatie, is verricht. Ook is het loopvermogen geobserveerd. De medisch adviseur heeft verder informatie ingewonnen bij de behandelend sector, waaronder de huisarts en de longarts. In zijn advies van 25 januari 2019 is de medisch adviseur ingegaan op de door appellant in de bezwaarfase overgelegde medische informatie en heeft hij gereageerd op de informatie van de neuroloog van 19 maart 2013 en de uitslag van een MRI-scan van appellant van 27 november 2018. De medisch adviseur heeft zich op het standpunt gesteld dat een MRI-scan bij lage rugklachten weinig tot helemaal niets zegt over zijn beperkingen. Appellant wordt redelijkerwijs in staat geacht om zelfstandig 100 meter aan één stuk te lopen. Hij gebruikt bij het lopen als hulpmiddel een kruk rechts en de geschatte loopafstand bedraagt meer dan 125 meter. De medische adviezen zijn voldoende inzichtelijk gemotiveerd en in het aanvullend medisch advies van 25 januari 2019 heeft de medisch adviseur uiteengezet waarom de door appellant overgelegde medische stukken niet leiden tot een ander standpunt. De Raad ziet evenals de rechtbank geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de GGD-arts de medische situatie van appellant heeft onderschat.