Uitspraak
20.1098 WLZ
CIZ
OVERWEGINGEN
4 januari 2019 blijkt dat bij betrokkene de grondslagen somatiek en lichamelijke handicap aan de orde zijn en de grondslag verstandelijke handicap niet kan worden vastgesteld. Een blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid of permanent toezicht kan op grond van de grondslagen somatiek en lichamelijke handicap niet worden vastgesteld. De ook bij betrokkene vastgestelde psychiatrische problematiek biedt geen toegang tot de Wlz. Betrokkene voldoet volgens CIZ daardoor niet langer aan de toegangscriteria van artikel 3.2.1 van de Wlz. Op grond van het overgangsrecht van de Wlz blijft betrokkene wel toegang houden tot zorgprofiel VG Wonen met begeleiding. Daarom heeft CIZ betrokkene met ingang van 8 september 2018 hiervoor geïndiceerd.
“(…) De regering ziet de Wlz als het sluitstuk van de langdurige zorg. Daarom krijgen alleen mensen die blijvend zijn aangewezen op langdurige zorg conform de Wlz toegang tot de Wlz. Iemand behoudt zijn recht op zorg op grond van de Wlz in beginsel dus de rest van zijn leven (…)
.
“(…) De Wlz is het sluitstuk van de langdurige zorg. Mensen die in aanmerking komen voor Wlz-zorg hebben een blijvende behoefte aan permanent toezicht en/of 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Het CIZ stelt bij de indicatie vast of er sprake is van een blijvende behoefte. Blijvend wil zeggen, van niet voorbijgaande aard. Daarnaast stelt het CIZ het zorgprofiel vast dat past bij de individuele cliëntkenmerken en zorgbehoefte. Het indicatiebesluit is voor onbepaalde tijd geldig. Het gaat hier immers om mensen die niet of niet snel beter zullen worden. Er is daarom geen reden om hen van tijd tot tijd te herindiceren. Dit komt ook tegemoet aan een veelgehoorde opmerking van cliënten namelijk dat zij, ondanks dat hun beperking of aandoening niet is veranderd, toch weer opnieuw een indicatie moeten aanvragen. In de loop van de tijd kan de zorgbehoefte van een cliënt wel veranderen. Vaak zal er sprake zijn van een zwaardere zorgbehoefte. In zo’n geval zal allereerst overleg plaatsvinden tussen de zorgaanbieder en cliënt. Zij zoeken samen naar een andere invulling van de zorg. Indien de veranderde zorgvraag niet binnen de ruimte van het zorgprofiel van de cliënt past, kan de cliënt in overleg met de zorgaanbieder een herindicatie aanvragen. De mogelijkheid tot herbeoordelen is er dus altijd.(…)”(Kamerstukken I 2014/15, 33 891, F, blz. 33)
.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- bepaalt dat tegen de nieuwe beslissing op bezwaar slechts beroep kan worden ingesteld bij de Raad;
- veroordeelt CIZ in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van € 1.068,-
- bepaalt dat van CIZ een griffierecht van € 532,- wordt geheven.