ECLI:NL:CRVB:2021:1933
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van bijstand en kwalificatie van DJ-activiteiten in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de bijstand van appellanten, die sinds 1 augustus 2014 bijstand ontvingen op basis van de Participatiewet. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die eerder het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerhugowaard om de bijstand te beëindigen, had vernietigd. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende had aangetoond dat de DJ-activiteiten van appellant een structureel karakter hadden en dat er geen bewijs was dat appellant zijn werkzaamheden als DJ nog langer wilde voortzetten. Het college had de bijstand per 24 maart 2017 beëindigd, maar de rechtbank vond dat het college niet zorgvuldig had gehandeld en onvoldoende had gemotiveerd waarom de bijstand beëindigd werd.
In hoger beroep stellen appellanten dat er nog steeds procesbelang is, omdat de uitspraak van de rechtbank in rechte vast komt te staan als het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Dit zou kunnen leiden tot een kwalificatie van de DJ-activiteiten als op geld waardeerbare werkzaamheden, wat gevolgen kan hebben voor toekomstige besluiten over bijstandsverlening. De Raad overweegt echter dat het belang van appellanten gebaseerd is op een onzekere toekomstige gebeurtenis, die niet in deze procedure kan worden beoordeeld. De Raad concludeert dat er onvoldoende actueel belang is om het hoger beroep ontvankelijk te achten en verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
De Raad wijst ook het verzoek van appellanten om schadevergoeding af, omdat er geen bewijs is dat het college appellant heeft verboden om als DJ op te treden en de stelling dat appellant schade aan zijn gezondheid heeft geleden niet is onderbouwd. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan door A.M. Overbeeke, in tegenwoordigheid van B. Beerens als griffier, en is openbaar uitgesproken op 3 augustus 2021.