ECLI:NL:CRVB:2021:2061
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WGA-uitkering en de zorgvuldigheid van medisch onderzoek door het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de WGA-uitkering van appellante. Appellante, die zich in 2011 ziek meldde na een auto-ongeval, had aanvankelijk een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar het Uwv concludeerde na een herbeoordeling in 2017 dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Appellante betwistte deze conclusie en voerde aan dat haar klachten ernstiger waren dan door het Uwv werd aangenomen. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen de informatie van de behandelend artsen van appellante adequaat hadden meegenomen in hun beoordeling. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad onderschreef dit oordeel. De Raad concludeerde dat er geen nieuwe medische feiten of omstandigheden waren die de eerdere beoordeling in twijfel trokken. De aangevallen uitspraak werd bevestigd, en het verzoek van appellante om schadevergoeding werd afgewezen.