Uitspraak
19 1362 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
( [naam] );
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet (PW) door het college van burgemeester en wethouders van Asten. De appellant had in oktober 2016 bijstand aangevraagd, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat hij onvoldoende gegevens had verstrekt over zijn inkomen, vermogen en wijze van levensonderhoud. Na een tweede aanvraag in maart 2017, die ook niet volledig was, heeft het college de aanvraag buiten behandeling gesteld. De rechtbank Oost-Brabant verklaarde het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond, omdat de appellant niet voldeed aan zijn inlichtingenverplichting. In hoger beroep heeft de Raad de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de appellant niet voldoende duidelijkheid heeft verschaft over zijn financiële situatie. De Raad oordeelde dat de appellant niet had aangetoond hoe hij in zijn levensonderhoud voorzag en dat er onduidelijkheid bestond over de schulden en executoriale beslagen op zijn eigendommen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college terecht had besloten de aanvraag om bijstand af te wijzen. De Raad benadrukte dat de bewijslast voor bijstandbehoevendheid bij de aanvrager ligt en dat het college bevoegd is om aanvullende gegevens te vragen over de financiële situatie van de aanvrager.