Uitspraak
19 4303 PW
4 oktober 2019, 19/2349 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
€ 356,57 is verhoogd.
€ 658,97 is verhoogd.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Appellante ontvangt sinds 4 juli 2016 aanvullende bijstand op grond van de Participatiewet (PW) en heeft contant salaris. Tijdens een rechtmatigheidsonderzoek zijn bijschrijvingen op haar bankrekening geconstateerd, die zij niet had gemeld. Het college heeft daarop de bijstand herzien en een bedrag van € 2.585,82 netto teruggevorderd, alsook een boete van € 1.190,- opgelegd. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij niet wist dat zij deze bijschrijvingen moest melden, maar de Raad oordeelt dat zij redelijkerwijs had moeten begrijpen dat deze bijschrijvingen van invloed konden zijn op haar recht op bijstand. De Raad bevestigt dat het college terecht de bijschrijvingen als inkomsten heeft aangemerkt en in mindering heeft gebracht op de bijstand. De opgelegde boete wordt als evenredig beschouwd, gezien de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid. De uitspraak van de rechtbank Rotterdam wordt bevestigd.