ECLI:NL:CRVB:2021:2743
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland inzake zorgtoeslag en beslagvrije voet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant, vertegenwoordigd door mr. T.P. Boer, had hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het CAK, dat de zorgtoeslag van de appellant had omgeleid als tegemoetkoming in de bestuursrechtelijke premie aan het CJIB. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat de appellant in hoger beroep geen nieuwe of andere gronden had aangevoerd die de rechtbank tot een ander oordeel hadden moeten brengen. De rechtbank had de beroepsgronden van de appellant op juiste wijze besproken en gemotiveerd waarom deze niet leidden tot een vernietiging van het bestreden besluit. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat de omleiding van de zorgtoeslag geen beslag was, waardoor de regels omtrent de beslagvrije voet niet van toepassing waren. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.