ECLI:NL:CRVB:2021:3172
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na gewijzigde beslissing op bezwaar door Uwv met proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Op 23 december 2020 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellant. Op 26 januari 2021 heeft mr. Ouwerkerk-Hoogendonk, als opvolgend gemachtigde van appellant, het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor het Uwv. Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft vervolgens het onderzoek gesloten.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat, volgens artikel 8:75a van de Awb, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. Aangezien het Uwv de gemaakte kosten in de bezwaarfase heeft vergoed, moest de Raad alleen oordelen over de kosten in beroep en hoger beroep. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de kosten van appellant moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 2.244,-, wat is berekend op basis van de punten voor het indienen van het beroepschrift en het verschijnen ter zitting.
De uitspraak is gedaan door F.M. Rijnbeek, in tegenwoordigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken op 15 december 2021. Appellant kan zich voor vergoeding van het griffierecht rechtstreeks tot het Uwv wenden.