ECLI:NL:CRVB:2021:34
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering wegens gebrek aan bewijs van beperkingen op 18e jaar en tijdens studie
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1985, een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering vanwege psychische klachten. Het Uwv heeft de aanvraag afgewezen, omdat er geen beperkingen konden worden vastgesteld op haar 18e jaar en tijdens haar studie tot eind 2007. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij als jonggehandicapte moet worden aangemerkt, omdat zij tijdens haar studie is uitgevallen en dat haar psychische klachten al eerder bestonden. Het Uwv heeft echter bevestigd dat de afwijzing terecht was, en de Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat het Uwv voldoende heeft gemotiveerd dat er geen beperkingen waren op de relevante momenten en dat de bewijslast bij appellante ligt, gezien het tijdsverloop sinds haar 18e jaar. De Raad concludeerde dat de argumenten van appellante niet voldoende waren om aan te nemen dat zij tijdens haar studie beperkingen ondervond als gevolg van haar psychische klachten. De uitspraak werd gedaan op 7 januari 2021.