ECLI:NL:CRVB:2022:1075
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na toekenning ZW-uitkering door Uwv
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Het hoger beroep werd ingetrokken nadat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op 16 november 2021 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen en appellante een ZW-uitkering had toegekend. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv volledig tegemoet is gekomen aan het hoger beroep van appellante, waardoor het onderzoek ter zitting achterwege kon blijven.
De Raad heeft vervolgens de proceskosten van appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep beoordeeld. Op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht is vastgesteld dat de kosten voor rechtsbijstand in totaal € 1.518,- bedragen, en dat de kosten voor deskundigen, na beoordeling van de ingediende factuur, € 1.610,- bedragen. Inclusief de verschuldigde omzetbelasting komt het totaalbedrag aan te vergoeden kosten op € 3.466,10.
De uitspraak is gedaan door F.M. Rijnbeek, met E.X.R. Yi als griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 mei 2022. De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld in de kosten van appellante tot het genoemde bedrag.