Uitspraak
19 1436 WAJONG
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de vraag of het ontbreken van arbeidsvermogen van appellant duurzaam is, in het kader van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong 2015). Appellant heeft op 7 maart 2017 een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wajong 2015, waarbij hij aangaf dat hij door de chronische ziekte van Lyme beperkingen ervaart in zijn dagelijks functioneren. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeerde echter dat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is, omdat er nog mogelijkheden tot verbetering van de belastbaarheid zijn. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat deze conclusie onvoldoende is onderbouwd. Appellant heeft in hoger beroep een rapport overgelegd van psycholoog dr. M.F. Delfos, waarin wordt gesteld dat er geen eenduidige conclusie is over de oorzaak van de klachten van appellant en dat gerichte behandeling niet mogelijk is. De Raad concludeert dat het Uwv ten onrechte heeft geconcludeerd dat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en verklaart het beroep gegrond, waardoor appellant als jonggehandicapte moet worden aangemerkt. Het Uwv wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak, en het wordt veroordeeld in de proceskosten van appellant.