Uitspraak
ZW-uitkering van appellant met ingang van 26 maart 2019 beëindigd, omdat appellant meer dan 65% kan verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd. Bij besluit van 26 februari 2019 heeft het Uwv de aanvraag van appellant voor een WIA-uitkering per
25 april 2019 afgewezen, omdat hij de wachttijd van 104 weken niet heeft volgemaakt. De bezwaren van appellant tegen de besluiten van 25 februari 2019 en 26 februari 2019 heeft het Uwv bij besluiten van 17 februari 2020 (ZW, bestreden besluit 1) en 18 februari 2020 (WIA, bestreden besluit 2) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit 1 liggen een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 16 januari 2020 en een rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 4 februari 2020 ten grondslag.
21.914 ZW
Anders dan appellant ter zitting heeft gesteld geeft de beschikbare medische informatie geen aanleiding om van klachten als gevolg van een hernia ten tijde van belang uit te gaan. Appellant heeft zijn stelling op dit punt onvoldoende onderbouwd.
26 maart 2019 geen recht heeft op een ZW-uitkering en de ZW-uitkering beëindigd.