Uitspraak
18.3683 ZW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die sinds 2015 ziek was door psychische klachten. Appellant had zich ziek gemeld en ontving ziekengeld op basis van de Ziektewet. Het Uwv had vastgesteld dat appellant met ingang van 14 januari 2017 geen recht meer had op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kon verdienen. Appellant was het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de procedure is een deskundige ingeschakeld die concludeerde dat appellant lijdt aan een paniekstoornis met agorafobie, wat zijn belastbaarheid beïnvloedt. De deskundige adviseerde om meer beperkingen aan te nemen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De Raad heeft de bevindingen van de deskundige gevolgd en geoordeeld dat de aan appellant voorgelegde functies medisch geschikt zijn, ondanks zijn klachten. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv terecht de ZW-uitkering had beëindigd. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant.