ECLI:NL:CRVB:2022:2412
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging en intrekking van bijstand na onderzoek naar ondernemerschap
In deze zaak gaat het om de beëindiging, intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten door het college van burgemeester en wethouders van Barneveld. Appellanten ontvingen sinds 2 januari 2018 bijstand op basis van de Participatiewet. Vanwege het niet verschijnen van appellant bij afspraken, heeft het college een onderzoek ingesteld naar zijn bijstandsontvangst. Dit onderzoek onthulde dat appellant sinds 17 april 2018 als ondernemer geregistreerd stond bij de Kamer van Koophandel en een winkel had geopend. Het college concludeerde dat appellant in de periode van 1 mei 2018 tot 15 mei 2019 als ondernemer actief was en beëindigde de bijstand per 15 mei 2019, met terugvordering van eerder verstrekte bijstand. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college verklaarde deze ongegrond. De rechtbank Gelderland bevestigde de besluiten van het college, waarna appellanten in hoger beroep gingen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college terecht had geconcludeerd dat appellanten hun inlichtingenverplichting hadden geschonden door geen melding te maken van hun ondernemerschap. De Raad bevestigde dat de intrekking van de bijstand niet als een bestraffende sanctie kan worden gezien, maar als een herstelmaatregel. De Raad oordeelde dat appellanten onvoldoende bewijs hadden geleverd om aan te tonen dat zij recht hadden op bijstand in de te beoordelen periode. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.