ECLI:NL:CRVB:2022:2665
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van uitspraak niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 13 december 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/1819 PW. Verzoekster had verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 19 april 2022, onder nummer 21/1594. In deze procedure werd vastgesteld dat verzoekster niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 136,- had betaald. De Raad had verzoekster in eerdere correspondentie, waaronder een brief van 14 juni 2022 en een aangetekende brief van 15 juli 2022, gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. Hierdoor kon de Raad niet anders concluderen dan dat het verzoek om herziening kennelijk niet ontvankelijk was. De uitspraak werd gedaan door A.M. Overbeeke, in tegenwoordigheid van griffier M.C.G. van Dijk. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.