ECLI:NL:CRVB:2022:2733
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart passagier wegens gebrek aan medewerking aan medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 29 oktober 2020. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart voor een passagier, ingediend door appellante, die werd vertegenwoordigd door haar vader. De aanvraag werd afgewezen omdat appellante geen medewerking had verleend aan een medisch onderzoek dat door de medisch adviseur noodzakelijk werd geacht. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van Utrecht terecht had besloten dat een medisch onderzoek of huisbezoek noodzakelijk was voor de beoordeling van de aanvraag.
Appellante voerde in hoger beroep aan dat het college de medisch adviseur een andere beoordelingswijze had kunnen voorhouden en dat er volstaan had kunnen worden met het opvragen van informatie bij de kinderpsychiater. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde echter dat de medisch adviseur het recht had om een medisch onderzoek of huisbezoek te eisen, en dat er geen objectieve medische bezwaren waren tegen deze eis. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en kwam tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagde. De aangevallen uitspraak werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.