ECLI:NL:CRVB:2022:2783
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van persoonsgebonden budget voor scootmobiel en de eigen bijdrage voor extra kosten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante, die beperkt is in haar mobiliteit, had in 2014 een scootmobiel in bruikleen ontvangen van het college van burgemeester en wethouders van Deventer. Na problemen met de leverancier van haar scootmobiel, heeft appellante verzocht om een persoonsgebonden budget (pgb) om zelf een scootmobiel aan te schaffen. Het college heeft haar een pgb van € 1.531,48 toegekend, wat volgens hen voldoende was voor de aanschaf van een scootmobiel uit categorie 10. Appellante heeft echter een duurdere scootmobiel aangeschaft en was van mening dat het pgb niet toereikend was voor haar behoeften.
De Raad heeft vastgesteld dat het college zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat het pgb toereikend was voor de aanschaf van een scootmobiel die bijdraagt aan de zelfredzaamheid en participatie van appellante. De Raad oordeelde dat appellante niet voldoende had onderbouwd dat de toegewezen scootmobiel niet passend was en dat de extra kosten voor de door haar gekozen scootmobiel voor eigen rekening kwamen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van appellante ongegrond was verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van de zorgvuldigheid van het college bij het toekennen van een pgb en de verantwoordelijkheid van de aanvrager om aan te tonen dat de geboden voorzieningen niet voldoen aan hun behoeften. De Raad concludeerde dat appellante de keuze had om het pgb te gebruiken voor de scootmobiel van haar keuze, maar dat zij de extra kosten zelf moest dragen.