ECLI:NL:CRVB:2022:663
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 maart 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen beslissingen van het Uwv. Appellante had hoger beroep ingesteld, maar trok deze in nadat het Uwv op 4 juni 2021 gewijzigde beslissingen op bezwaar had genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten die appellante heeft moeten maken in verband met de behandeling van het bezwaar en de hoger beroepen.
De Raad constateerde dat de redelijke termijn in deze procedure met ruim een jaar en negen maanden was overschreden. Dit betrof zowel de bestuurlijke fase, waar de termijn met bijna acht maanden was overschreden, als de rechterlijke fase, die bijna vier jaar en acht maanden duurde. De Raad heeft de Staat en het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante in hoger beroep, alsook tot schadevergoeding wegens de overschrijding van de redelijke termijn.
De totale schadevergoeding werd vastgesteld op € 2.000,-, waarbij het Uwv en de Staat ieder een deel van deze schadevergoeding voor hun rekening moesten nemen. De uitspraak benadrukt het belang van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van overschrijding daarvan. De kosten voor rechtsbijstand en reiskosten werden ook in de uitspraak meegenomen, met een totale vergoeding van € 7.775,85 aan appellante.