ECLI:NL:CRVB:2022:842
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WAO-uitkering wegens onvoldoende informatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die in Turkije woont, had meerdere aanvragen voor een WAO-uitkering ingediend, maar deze waren door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) buiten behandeling gesteld omdat de appellant niet de benodigde informatie had aangeleverd. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht had besloten om de aanvraag van de appellant niet in behandeling te nemen op basis van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat er onvoldoende gegevens waren om een beslissing te nemen.
De appellant had eerder al aanvragen ingediend die ook waren afgewezen om dezelfde reden. Ondanks dat de appellant had aangegeven dat hij in het verleden in Nederland had gewerkt en ziek was, had hij geen nieuwe informatie verstrekt die het Uwv in staat had gesteld om zijn aanvraag te beoordelen. De rechtbank had in haar eerdere uitspraak geoordeeld dat het Uwv de appellant in de gelegenheid had gesteld om de ontbrekende gegevens aan te leveren, maar dat de appellant hier niet op had gereageerd. De Raad bevestigde deze bevindingen en oordeelde dat het Uwv bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen.
De uitspraak van de Raad bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.