In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant had een verzoek ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) voor maatschappelijke ondersteuning, dat door het college van burgemeester en wethouders van Kampen was afgewezen. De rechtbank had het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij van mening was dat de appellant geen procesbelang meer had. De Raad oordeelde echter anders en stelde vast dat de appellant voldoende procesbelang had, aangezien hij nog steeds aansprakelijk was voor de betaling van zorg die hij had ontvangen van de failliete zorgaanbieder IkZijnWij (IZW). De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en besloot de zaak terug te verwijzen naar de rechtbank Overijssel voor een inhoudelijke beoordeling. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van de appellant in hoger beroep tot een bedrag van € 837,-. De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures, vooral in situaties waar financiële aansprakelijkheid en toekomstige aanvragen aan de orde zijn.